Norm voor Opdrachtgeverschap (NvO)

Gemeenten hebben de taak om voor hun inwoners de zorg en ondersteuning mogelijk te maken die ze nodig hebben. De ambitie daarbij is kwalitatief goede zorg bieden die aansluit bij de behoeften van inwoners. Zorg die bovendien betaalbaar is, niet alleen nu, maar ook in de toekomst. Om die ambitie waar te maken is een duurzame oplossing nodig. Samenwerking is daarbij cruciaal.

Gemeenten nemen de verantwoordelijkheid om regionale samenwerking te verbeteren, het opdrachtgeverschap te versterken en de administratieve last te verminderen door onderling afspraken te maken over een niet vrijblijvende Norm voor Opdrachtgeverschap (NvO). Meer informatie hierover vind je op de website van de VNG.

Onze regioadviseurs ondersteunen bij de implementatie van de NvO.

Zeven goede gewoonten voor de inkoop van Jeugdhulp

Goede inkoop van jeugdhulp vraagt om een duurzame samenwerking tussen de opdrachtgever (regio’s) en de aanbieders, professionals en cliënten. Vanuit deze optiek heeft het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd (OZJ) ‘Zeven goede gewoonten voor de inkoop van jeugdhulp’ ontwikkeld.

  • De brochure ‘Zeven goede gewoonten voor de inkoop van Jeugdhulp’ kun je downloaden van de website Voordejeugd.nl

Handreiking ‘SPUK transformatie gesloten jeugdhulp’

Voor de frictiekosten die optreden bij de af- en ombouw van gesloten jeugdhulp naar kleinschalige vormen en de ontwikkeling van alternatieven voor deze doelgroep, heeft het Rijk voor de jaren 2024 t/m 2027 in totaal €167 miljoen beschikbaar gesteld. Hiervoor is de ‘Regeling specifieke uitkering transformatie gesloten jeugdhulp’ (SPUK-TGJ) opgesteld.

In opdracht van de VNG en het Ministerie van VWS heeft het Ketenbureau i-Sociaal Domein een handreiking geschreven. Deze handreiking bestaat uit de volgende twee delen:

  1. Advies over de rechtmatige toekenning van de via deze SPUK beschikbare middelen.
  2. Advies over de wijze van verantwoording van de SPUK-middelen.

Gedurende de looptijd van deze regeling, verleent VNG in samenwerking met het Ketenbureau ondersteuning aan de coördinerende gemeenten bij de uitvoering van de regeling. Heb je vragen over de handreiking? Mail naar: ketenbureau@i-sociaaldomein.nl.

De actuele versie van de handreiking en de Excel-invulversie van de bestuursverklaring vind je hieronder.

Bestuursverklaring SPUK-TGJ (v2.0 dd 28-8-2025).xlsx

20250801 Handreiking SPUK-TGJ (v1.0).pdf

Invulling inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage Wmo 1 januari 2027

Het kabinet gaat de huidige vaste eigen bijdrage in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) vervangen door een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage (ivb) per 1 januari 2027. Het wetsvoorstel wordt op korte termijn door staatssecretaris Maeijer (Langdurige en Maatschappelijke Zorg) naar de Tweede Kamer gestuurd.

Door de huidige vaste eigen bijdrage van € 21 per maand wordt er veel meer gebruik gemaakt van hulp uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 dan bij de invoering van dit abonnementstarief in 2019 werd verwacht. Ook door mensen die deze hulp particulier kunnen betalen en regelen. Dit heeft geleid tot wachtlijsten en hogere kosten voor gemeenten, die de voorzieningen van deze hulp betalen. Door de dubbele vergrijzing neemt deze druk de komende jaren nog meer toe. Met de invoering van een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage verwacht het kabinet de druk op voorzieningen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 te verminderen. We zien dat hulp uit de Wet maatschappelijke ondersteuning onder druk staat. Juist voor mensen die deze hulp het hardst nodig hebben, moeten we maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat voor hen – ook in de toekomst – genoeg ondersteuning beschikbaar blijft

Eigen bijdragen per 1 januari 2027
Hoe hoger het inkomen en vermogen, hoe hoger de eigen bijdrage. Dit betekent dat alleenstaanden met een inkomen tot circa € 24.500 per jaar, niet meer betalen dan de minimale bijdrage van € 23,60 per maand. Voor meerpersoonshuishoudens gaat het om een inkomen tot
circa € 34.000 per jaar.

De eigen bijdrage loopt vanaf deze inkomensgrenzen op tot maximaal € 328 per maand. Deze maximale maandelijkse bijdrage geldt voor alleenstaanden met een jaarinkomen vanaf circa € 61.000 en voor meerpersoonshuishoudens met een jaarinkomen vanaf circa € 70.500.

Gemeenten kunnen naar eigen inzicht besluiten dat één of meerdere groepen op basis van hun inkomen geen eigen bijdrage hoeven te betalen. Wanneer iemand financieel in de knel zit, kan de gemeente ook op individueel niveau iemand vrijstellen van de eigen maandelijkse bijdrage.